De Gelderse ontwerp omgevingsvisie is een zeer omvangrijk document geworden. De gezamenlijke afdelingen van GroenLinks in Rivierenland geven u in het kader van de ter inzagelegging t/m 2 juli 2013 enkele zienswijzen

  • De Omgevingsvisie focust geheel naar de huidige tijdsgeest heel sterk op het faciliteren van economische ontwikkeling. Wij pleiten alsnog voor een minder periode-gebonden, bredere insteek! Juist in een Omgevingsvisie dienen de aspecten natuur en milieu opgenomen te worden. ‘Als vanzelf’ denken wij, dat dan voor de economische ontwikkeling duurzame ontwikkeling de grondtoon wordt.
  • Sturen op duurzame economische groei (groene groei), betekent ook dat we in de regio Rivierenland vooral bedrijven willen aantrekken die aan deze transitie bijdragen. Dus duurzame bedrijven met een duurzaam product, die investeren in duurzame energie, vervoer over spoor en water, etc. . Wij achten het gewenst dat als zodanig in de Omgevingsvisie op te schrijven.
  • De drie speerpunten van de Regio Rivierenland : logistiek, agribusiness (ambitie ‘toonaangevend in Europa’) en recreatie/vrijetijdseconomie kunnen elkaar bijten. Kassen en overslagmagazijnen gaan niet goed samen met veel vormen van (extensieve-kleinschalige) recreatie. Deze tegenstrijdigheid wordt ook aangestipt in de regionale input op de Omgevingsvisie van maart j.l., maar is nauwelijks terug te vinden in de Omgevingsvisie die nu ter inzage ligt. Dit aspect verdient meer nadruk.
  • Vrijetijdseconomie als drijfveer voor economische ontwikkeling lijkt vaak een soort oplossing voor gebieden waar duurzame economische ontwikkeling in dienstensector of industrie geen kans maakt. Inzetten op een fijne en gezonde leefomgeving voor de inwoners van Rivierenland, met veel groen, wandelpaden en fietspaden in de directe omgeving, trekt vanzelf ook (extensieve) toeristen van buiten maar zorgt er met name voor dat inwoners van Rivierenland in de directe nabijheid kunnen recreëren en vergroot hun welzijn. Bijkomend voordeel is minder verkeersbewegingen. Daarom: niet inzetten op grootschalige toeristische attracties of een nieuw grootschalig evenement. B&B-country is een karakterisering die beter past bij de voor Regio Rivierenland voorgestane ontwikkeling.
  • Zonder fraai landschap is er geen bloeiende vrijetijdseconomie. Voor economische ontwikkelingen in het landelijk gebied (landbouw, recreatie) moet als eis gesteld, dat de ruimtelijke kwaliteit in het landelijk gebied erdoor vóóruit gaat. Dus schaalvergroting mag, als de ondernemer ook een impuls geeft aan de landschappelijke kwaliteit. Recreatieondernemers kunnen zich vestigen mits ze tevens investeren in de kwaliteit van de groene ruimte.

 

  • Ruimte voor maatwerk is belangrijk. Niet alles kan in regels gevat worden. Voorwaarde bij dat maatwerk is, dat economische ontwikkeling nabij steden goed ingepast moet worden in de omgeving. Om de landschappelijke kwaliteit en de woonomgeving te borgen. Dit moet in hfst. 4.1.1. explicieter gesteld worden.
  • Er is geen onderbouwing om van een opgave van ontwikkeling van 11.000 ha naar een ambitie van 5.300 ha gerealiseerde natuur te gaan. Van ambitie zou sprake zijn als de Omgevingsvisie zou stellen, dat de provincie Gelderland alles op alles zet om op nieuwe manieren – met meer samenwerking met private partijen – de natuuropgave van 11.000 toch nagenoeg gerealiseerd te krijgen. Wij pleiten voor een dergelijke formulering in hoofdstuk 4.2.
  • Samen met de GNMF pleit GroenLinks Rivierenland ervoor om de Bommelerwaard als beschermingszone oppervlaktewater voor drinkwaterbereiding aan te merken voor de drinkwaterwinning vanuit de Afgedamde Maas. Wij verzoeken de provincie ook dit innamepunt en een beschermingszone oppervlaktewater aan te geven op de kaart Bescherming Oppervlaktewater (Bijlage 24) behorend bij de Omgevingsvisie. (bij Bescherming oppervlaktewater - hfst 4.4 Water en ondergrond / bijlage 24)
  • Logistieke bedrijvigheid en intensieve glastuinbouw zijn belangrijk voor de werkgelegenheid. Maar mede in relatie tot de specifieke problematieken van relatief veel laag-opgeleiden en relatief veel obesitas, de toenemende vergrijzing van de bevolking èn het gegeven dat veel middelbaar en hoger opgeleide jongeren juist verhuizen uit de regio naar elders vanwege het ontbreken van voldoende arbeidsmarkt-perspectief, dient de Omgevingsvisie te benadrukken dat voor het aantrekken van nieuwe bedrijven juist bedrijven met een hoger aandeel werkgelegenheid in dit segment gezocht worden. Op deze wijze draagt ook de Omgevingsvisie bij aan het verbeteren de gezondheidssituatie in Rivierenland en behoud van de leefbaarheid.
  • Beleid waarin kritisch wordt toegezien op beperking van detailhandel buiten de stad/winkelcentra is toe te juichen, maar zorg dan ook dat het wordt gehandhaafd. Kijk daarnaast ook goed naar wat er gebeurt in bijv. Houten , Veenendaal en Leerdam; buiten Rivierenland en buiten de provincie. Spreek, bijvoorbeeld in IPO-verband, af daarin één lijn te trekken.
  • In de logistiek en agribusiness werken ook de komende jaren naar verwachting veel arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa. Ten aanzien van huisvesting en sociale integratie van deze mensen zijn er nog teveel probleemsituaties. De Omgevingsvisie dient in elk geval ten aanzien van het aspect huisvesting richting aan te geven (tijdelijke huisvesting voor echte seizoensarbeid, pensions/hotels voor tijdelijke medewerkers, opname in kernen voor permanent werkenden, voorzieningen voor vrachtwagenchauffeurs langs de snelwegen, enz.).

 

  • GroenLinks Rivierenland pleit ervoor om het ‘oude’ Betuwespoor vanaf Geldermalsen tot Elst aan te duiden als een ‘eventuele parallelle spoorcorridor Utrecht – Arnhem’ voor wanneer op enig moment in de toekomst capaciteitsvergroting op die lijn door verbreding van het hele traject nodig zou zijn. In die situatie is GroenLinks van mening dat het ontwikkelen (dat is volledig dubbelspoor maken + elektrificatie van het traject Geldermalsen – Elst) een goedkoper /efficiënter alternatief kan zijn, dat de voorkeur heeft boven genoemde trajectverbreding. Op deze wijze wordt immers veel efficienter gebruik gemaakt van al beschikbare spoorinfrastructuur – niet alleen genoemd spoor, maar ook van de investeringen die in het spoor Utrecht –Geldermalsen, Nijmegen-Arnhem en de knoop Elst als gedaan (gaan) worden. Door middel van de door ons voorgestelde aanduiding met een toelichting ergens in de tekst, geeft de provincie Gelderland naar de rijksoverheid en Prorail aan open te staan voor een dergelijke ontwikkeling, wanneer de regio zelf daarvan ook revenuen zal krijgen door een betere (frequenter en sneller) spoordienstregeling. (bij Mobiliteit - spoor – hfst 3.5 / bijlage 9)
  • GroenLinks in Regio Rivierenland staat niet achter het verzoek van het algemeen bestuur van de Regio aan de provincie om de locatie Biezenburg als zoeklocatie op de kaart van de Omgevingsvisie op te nemen. Nut en noodzaak van een tweede containerterminal naast Medel zijn vooralsnog zo onzeker, dat de effecten op natuur en milieu niet rechtvaardigen dat het gebied nu al met zo’n zware hypotheek belast wordt. In hoofdstuk 1.4 – bijlage 2 bij de Verdieping - hecht GroenLinks in Rivierenland er zeer aan, dat de provincie Gelderland concreet aangeeft wat het betekent dat de zoeklocatie Biezenburg als lange termijn ontwikkeling wordt gezien, na Medel. In onze visie zou dat minimaal moeten zijn, dat gedurende de verdere ontwikkeling van Medel de eerstkomende jaren geen op concretisering gerichte onderzoeken en planbesluiten genomen zullen worden.
  • Met betrekking tot de winning van schaliegas stelt de Omgevingsvisie dat dit niet mag in intrekgebieden (Aanpak in hfst. 4.4.4.5.). Elders staat – terecht! - dat de provincie schaliegas als niet duurzame ontwikkeling ziet. Mede in het licht van de in PS aangenomen motie met betrekking tot dit onderwerp, kan voor de definitieve Omgevingsvisie van Gelderland slechts de conclusie zijn: de Omgevingsvisie stelt dat schaliegaswinning in de provincie Gelderland niet aan de orde zal zijn.
Namens de GroenLinks afdelingen Culemborg, Tiel en Bommelerwaard, Claire Vaessen Piet van Wijk Hellen Sluiter Kees van Drunen