In de raadsvergadering van woensdag 17 oktober 2018 heeft GroenLinks gepleit voor de variant (scenario 1) met het laagste vaste tarief (€ 136,00) en het hoogste variabel tarief (€ 1,95) per eenheid van 30 KG restafval. Hiermee behouden we het huidige basistarief en creëren we een hoge beloning voor het scheiden van afval.

Die prikkel is belangrijk. Met de keuze voor scenario 1 is de kans groot dat we in 2020 de regionale ambitie van maximaal 75 kilo restafval per persoon per jaar halen. De 10 gemeenten van regio Rivierenland hebben in 2017 een hogere ambitie uitgesproken dan de Rijksambitie. Landelijk is het streven om in 2020 nog maar 100 kilo restafval te produceren per persoon per jaar.

Het bestuur van AVRI heeft op 18 oktober 2018 gekozen voor scenario 4 (vast tarief van € 169,00 en € 1,00 per eenheid van 30 KG restafval. Dit lijkt de keuze voor een groeimodel. Deze keuze past niet bij de hoge ambitie en schept verwarring. Beter meteen duidelijkheid geven, zodat de mensen slechts eenmaal moeten wennen aan een nieuwe situatie. Aan de andere kant is het goed dat er nu duidelijkheid is over de manier van scheiden en de daarbij behorende tarieven.

Waarom vinden wij optimaal scheiden van afval belangrijk? Grondstoffenschaarste en klimaatverandering zijn belangrijke argumenten om anders tegen afval aan te kijken. We willen snel naar een circulaire economie. Dit betekent dat we proberen zo min mogelijk grondstoffen te vernietigen en door middel van recycling zo veel mogelijk producten, materialen en grondstoffen een tweede leven te geven. Hierdoor wordt het gebruik van primaire grondstoffen ontkoppeld van economische groei.

Meer lezen over afval?
Volle zak gaat een euro kosten (Gelderlander)
Feiten en fabels over afval op een rij (Gelderlander)